Rijnwoude, 7 december 2012
De rechtbank in Den Haag heeft de gemeente geen gelijk gegeven in het geschil over de bouwleges van de vier windturbines die in 2006 door Prodeon zijn gebouwd.
In 2006 had Prodeon aangegeven dat de bouwkosten 6 miljoen euro bedroegen. Over dat bedrag zijn bouwleges betaald. Later stelde de gemeente vast dat de bouwkosten 11 miljoen euro bedroegen. Dus kreeg Prodeon in 2009 een vordering van de gemeente en een boete ter grootte van de navordering. Dat ging in totaal om een bedrag van ruim 2 ton.
Prodeon ging hiertegen in beroep bij de rechtbank in Den Haag. Het bedrijf voerde hierbij aan dat in het bedrag van 11 miljoen door de gemeente ook de elektrische installatie is meegenomen. Volgens Prodeon horen dit soort zaken niet bij de bouwkosten.
De rechtbank vernietigde de navordering en de boete. Volgens de rechter waren deze bijdragen opgelegd door een ambtenaar die hiervoor niet bevoegd was (de gemeentesecretaris). Verder mogen navorderingen en boetes alleen worden opgelegd als er sprake is van kwader trouw. Dat was hier niet het geval. De gemeente had al in 2006 kunnen weten wat er verschillen in opvatting waren over de omvang van de bouwkosten.
Bron: Omroep Rijnwoude