Regio, 28 september 2011
Het aantal weidevogels in Zuid-Holland neemt zienderogen af. De provincie moet daarom maatregelen nemen om weidevogels te beschermen, onder meer door het tegengaan van verdere bebouwing in de leefgebieden van deze vogels.
Dat stelt de Partij voor de Dieren in schriftelijke vragen aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. Uit een Europees onderzoek en uit de Natuurbalans van het Planbureau voor de Leefomgeving blijkt dat vooral het aantal boerenland- en weidevogels de afgelopen 30 jaar hard achteruit is gegaan.
Eén van de belangrijkste oorzaken van deze achteruitgang is de intensieve landbouw. Dat geldt ook voor Zuid-Holland. In deze provincie neemt de stand van de weidevogels jaarlijks met drie procent af. Dit ondanks het agrarisch natuurbeheer, dat er op is gericht het aantal weidevogels te laten toenemen. Er zijn in Zuid-Holland wel enkele gebieden met een goede weidevogelstand, maar die worden bedreigd door de bouw van huizen of de aanleg van wegen. Het gaat bijvoorbeeld om de Gnephoek-polder bij Alphen aan den Rijn.
De Partij voor de Dieren in Zuid-Holland vraagt aan Gedeputeerde Staten maatregelen te nemen ter bescherming van de weidevogels. De partij stelt onder meer een aanpassing van het huidige agrarische natuurbeheer voor. Zo zouden er strengere eisen moeten worden gesteld aan boeren die subsidie krijgen voor verbetering van de weidevogelstand.
Ook vraagt de Partij voor de Dieren wat de provincie nog meer gaat doen om de weidevogelpopulatie in Zuid-Holland te herstellen. De partij denkt daarbij aan het niet toestaan van verdere bebouwing of de aanleg van nieuwe infrastructuur in groene gebieden en specifieke weidevogelgebieden.
Bron: Omroep Rijnwoude