Hazerswoude-Rijndijk, 4 juli 2011
Is het voormalige hotel Groenendijk nog altijd een horecavoorziening, hoewel je er nog geen colaatje kunt bestellen en reizigers er vergeefs aankloppen wanneer ze er een nachtje willen slapen?
Dat is de vraag waar het gisteren anderhalf uur lang om draaide bij de Haagse rechtbank. De buren, onder aanvoering van de actiegroep MijnGroenendijk, willen af van de overlast die de grote groep arbeidsmigranten in de kleine buurtschap veroorzaakt.
Dat doen zij door aan te vechten dat de Polenhuisvesting binnen het bestemmingsplan past. Het voormalige hotel heeft de bestemming ’horeca-activiteiten’, het voormalige klooster, dat momenteel plaats biedt aan 38 buitenlandse werknemers, heeft een normale woonbestemming. Maar wat er in beide panden gebeurt, heeft volgens de buren niets te maken met horeca of met gewoon wonen. Een hotel waar de bedden niet verschoond worden, waar geen kok in dienst is, zonder receptie, zonder bar, zelfs zonder minibar - dat is volgens de buurt geen ’horeca-activiteit’, maar gewoon een gevalletje kamerverhuur. En dat mag volgens het bestemmingsplan niet.
De gemeente heeft een andere visie op de zaak. Voor beide panden zijn keurig gebruiksvergunningen verstrekt, en het gebruik is niet in strijd met het bestemmingsplan, zo luidt het officiële standpunt dat gisteren ook door de advocaat van de gemeente naar voren werd gebracht. De buurtbewoners hebben sterk het vermoeden dat dat niet het hele verhaal is.
Dit artikel is overgenomen uit het Leidsch Dagblad. Onze redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud.