Rijnwoude, 27 november 2010
De lokale omroepen hebben het niet gemakkelijk. Er zit een groot gat tussen wat van een lokale omroep wordt verwacht en de middelen die daarvoor beschikbaar zijn.
De omroepen, die belangrijk zijn voor nieuws, informatie en discussie in gemeenten, werken met een krap budget en zijn daarbij sterk afhankelijk van subsidie.
Dat blijkt uit een onderzoeksrapport over de sector dat vandaag aan minister Van Bijsterveldt van OCW is aangeboden. Dat de lokale omroepen nog voldoende tot goed presteren is te danken aan de tomeloze inzet van heel veel vrijwilligers.
Een lokale omroep krijgt subsidie van de gemeente en meestal weten ze dit bedrag te verdubbelen met inkomsten uit reclame of sponsoring. Sinds 1 januari is een gemeente verplicht lokale omroepen te subsidiéren met een streefbedrag van 1,30 euro per huishouden. Dat is vastgelegd in een amendement op de Mediawet.
Maar een flink aantal gemeenten weigert dat: 42 procent van de omroepen zegt althans die wettelijke bijdrage niet te ontvangen. De OLON, de landelijke Organisatie van Lokale Omroepen in Nederland, is nu met Omroep Overbetuwe een proefproces begonnen om de gemeente te dwingen over de brug te komen.
Eind december doet de rechter uitspraak. Mochten de omroepen de rechtszaak verliezen, dan is D66-kamerlid Boris van der Ham van plan een officieel wetsvoorstel in te dienen om de financiële positie van lokale omroepen te verzekeren.
Het onderzoeksrapport concludeert dat bij veel lokale omroepen de kwaliteit en de continuïteit niet verzekerd zijn, omdat de functie, de eisen en de financiering niet in evenwicht zijn. Het zwaar moeten leunen op vrijwilligers en de in veel gevallen zeer beperkte financiële middelen maken dat er onvermijdelijk concessies gedaan worden aan de kwantiteit en/of kwaliteit van het aanbod.
Bron: NOS