Regio, 11 november 2010
In het Groene Hart geen nieuwe windturbines te staan. Ook aan de randen van het Groene Hart zal de provincie uiterst omzichtig omgaan met het honoreren van plaatsingsaanvragen. Met die aanscherping vrijwaren Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland kwetsbare gebieden voor de plaatsing van windturbines.
De nota Wervelender legt de planologische mogelijkheden in Zuid-Holland vast voor windenergie. Gemeenten moeten bij het toebedelen van ruimte voor windturbines hun bestemmingsplannen daarop aanpassen. Met de aanscherping van de eerdere concept-nota komen GS tegemoet aan Provinciale Staten om Nationale Landschappen en hun begrenzing zo veel mogelijk te ontzien voor windenergie.
Plaatsing aan de randen van kwetsbare gebieden als het Groene Hart, kan alleen nog onder de voorwaarde dat de windturbines landschappelijk goed zijn in te passen, bijvoorbeeld bij al bestaande bouwwerken of op een industrieel complex. Er zal hierbij nadrukkelijk naar de hoogte van de turbines worden gekeken. Verder komt er te allen tijde nog een kwaliteitsadvies van een onafhankelijke commissie van ruimtelijke experts. Tot slot zullen Provinciale Staten een definitief besluit moeten nemen over dergelijke aanvragen.
In het Groene Hart zelf wordt in de nota Wervelender alleen nog een uitzondering gemaakt voor de al lopende aanvraag van vier windturbines in Alphen aan den Rijn. Deze aanvraag is bij bebouwing en industriegebied gesitueerd, naast de provinciale N11. Ook hier zal nog een kwaliteitsadvies worden ingewonnen bij de eerder genoemde commissie en zullen de Staten een eindoordeel vellen. Hetzelfde geldt voor een lopende aanvraag in Bodegraven. De overige vier aanvragen voor plaatsing in het Groene Hart zijn in de nota Wervelender geschrapt.
Bron: Omroep Rijnwoude