Regio, 22 september 2010
Het Leidse verzet tegen de Rijngouwelijn is niet wenselijk, niet noodzakelijk en juridisch onhaalbaar. Leiden moet onderhandelen met de provicie om er het beste van te maken. Dat concludeert een commissie die de situatie heeft onderzocht.
Als Leiden volhardt in het verzet, zal de Provincie haar doorzettingsmacht gebruiken met een zogenaamd inpassingsbesluit. Volgens de Commissie, die onder leiding staat van Boele Staal, is er dan niets meer tegen te doen.
De commissie adviseert om een onderzoek in te stellen naar de milieueffecten van een Rijngouwelijn door de binnenstad en om vervolgens alternatieven aan te dragen. Misschien dat er dan nog te praten valt over andere trajecten of andere vervoersvormen zoals bijvoorbeeld een vaste busverbinding in plaats van een tram.
De commissie deed het onderzoek in opdracht van het nieuwe college van burgemeester en wethouders. De grootste partij in dat college is D66, die tijdens de gemeenteraadsverkiezingen in maart een grote zege behaalde, mede door de belofte de Rijngouwelijn alsnog tegen te zullen houden.
Dit artikel is overgenomen van de website van RTV West. Onze redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud.