Regio, 26 juli 2010
Weidevogels in de Rijn- en Veenstreek hebben een relatief goed broedseizoen achter de rug. De nieuwe aanpak, waarbij meer graslandpercelen pas na 1 of 15 juni werden gemaaid, werpt zijn vruchten af.
Meer jonge kuikens van bijvoorbeeld grutto's en kieviten konden daardoor beschut in het lange gras opgroeien totdat ze vliegvlug waren.
Die indruk hebben Ben Verkleij uit Alphen (voorzitter van de agrarische natuurvereniging Hollandse Venen in vooral de gemeente Nieuwkoop), Koos Pennings uit Oud Ade (controleur van nesten bij de agrarische natuurvereniging Vanade in de gemeente Kaag en Braassem) en Cor Kes uit Koudekerk (vrijwilliger bij de weidevogelgroep Rijnwoude).
Positief voor het broedseizoen was ook het koude en droge voorjaar, waardoor het gras nauwelijks groeide. Boeren zijn daarom pas vanaf half mei, relatief laat, voor het eerst het gras gaan maaien. Pennings kwam in het weiland veel jonge vogeltjes tegen. Verkleij heeft nog wel een ander punt waaraan hij kan merken dat het beter gaat met de vogels. In zijn gebied hebben zijn voor het eerst de gele kwikstaart, de kleine plevier, de visdief en twee krakeenden aangetroffen.
Dit artikel is overgenomen uit het Leidsch Dagblad. Onze redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud.