Rijnwoude / Boskoop, 10 juli 2008
In april volgend jaar moet duidelijk zijn of Rijnwoude en Boskoop écht met elkaar verder willen. Dat gebeurt aan de hand van onderzoek, dat na de zomer begint.
Volgens burgemeester Latenstein moet volgend jaar worden beslist of de gemeenten met elkaar willen verdergaan of niet. Dat betekent niet dat nu alle opties voor de twee gemeenten nog open liggen. Latenstein zegt dat het verzoek van de provincie niet zo vrijblijvend is dat Rijnwoude zomaar kunnen zeggen: ‘Nee, we doen het toch maar niet’.
Om de onderzoeken van start te laten gaan, moeten de gemeenteraden donderdag nog wel toestemming geven. Dat zal waarschijnlijk geen probleem zijn: in zowel Rijnwoude als Boskoop kan de fusie rekenen op steun in de politiek. Onder de Rijnwoudse bevolking is dat anders. Voor hen zullen de woonlasten waarschijnlijk stijgen, doordat die in Boskoop hoger zijn dan in Rijnwoude. Bovendien maken inwoners van de verschillende kernen zich zorgen om het behoud van het dorpse karakter. De ideeën van de burgers zullen volgens Latenstein meewegen, maar niet het meest doorslaggevend zijn. Centraal moet staan of een fusie meer bestuurskracht oplevert.
Over de zwakke financiële positie van Boskoop hoeft men zich volgens burgemeester Rijsdijk geen zorgen te maken. Hij zegt dat er geen betere fusiegemeente is dan een artikel 12-gemeente. Voorwaarde voor de rijkssteun die zo’n ‘armlastige’ gemeente krijgt is namelijk een complete en heldere begroting. Bovendien probeert de gemeente extra geld binnen te slepen voor de extra kosten die de slappe bodem in die gemeente met zich meebrengt: riool en wegen verzakken daar namelijk in snel tempo.
Overigens houden de twee fusiepartners vast aan het vormen van een grote Groene Hart-gemeente met Bodegraven, Reeuwijk en Zoeterwoude. Ook die laatste partij zal vroeg of laat een keuze moeten maken.
Dit artikel is overgenomen uit AD Groene Hart. Onze redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud.