Onderzoek naar fraude bij molenbouw

Rijnwoude, 10 juli 2008

De gemeente Rijnwoude onderzoekt of molenbouwer Prodeon heeft gesjoemeld met de opgave van de bouwkosten van de vier windmolens langs de N11. Wethouder Frank Uljee ziet hiervoor 'voldoende aanleiding'.

Mogelijk heeft Prodeon een te laag bedrag opgegeven en daardoor te weinig bouwleges betaald. Als dat bewust is gebeurd, komt er een naheffing.

Een succes voor de politieke fractie GWR (Geen Windmolens in Rijnwoude). Die dringt al langer aan op een onderzoek. Fractievoorzitter Jaap van der Breggen is blij dat er er nu voor het eerst een keer naar de partij is geluisterd.

Als uit onderzoek blijkt dat Prodeon de opgegeven bouwkosten bewust laag heeft gehouden, krijgt ze een naheffing van de gemeente. Die naheffing komt er niet, als Prodeon toch de goede of per ongeluk verkeerde bedragen heeft opgegeven.

Op haar website waarschuwt de Vereniging Nederlandse Gemeenten haar leden ervoor dat veel bouwers van windturbines 'een bedrag opgeven dat slechts 25 procent of 50 procent is van de werkelijke aanneemsom'. Volgens de VNG vergelijken ze een windmolen met een gebouw, waarbij de inrichting niet bij de aanneemsom gerekend wordt. Uit uitspraak van de rechtbank blijkt dat over het volledige bedrag leges moet worden betaald.

Prodeon heeft al een paar keer gedreigd GWR voor de rechter te slepen omdat ze de verdachtmakingen zat is. Volgens directeur Bert van der Sluis bestaat de 13,4 miljoen euro voor een groot deel uit kosten waarover geen leges hoeven te worden betaald, zoals de investeringskosten.

Dit artikel is overgenomen uit het Leidsch Dagblad. Onze redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud.