Koudekerk a/d Rijn, 14 februari 2008
Een urnenmuur, 770 grafruimten en de nieuw te bouwen brandweerkazerne in Koudekerk lijken de nekslag te zijn voor de naastgelegen plaatselijke postduivenvereniging ‘Ons Genoegen’. Dit zegt secretaris Piet Wolvers.
De Rijnwoudse politiek wil na jarenlang gesteggel in juni starten met de uitbreiding van de begraafplaats. In één klap wordt er genoeg plaats gemaakt voor Koudekerkers die in de komende twintig jaar komen te overlijden. De begraven mensen kunnen dan vijftien jaar op dezelfde plek blijven liggen.
Voor een hoop Koudekerkers die graag in eigen dorp begraven willen worden is dat goed nieuws. De duivenmelkers moeten door de veranderingen aan de Hoogewaard echter op 28 februari hun gebouwtje tussen de kazerne en de begraafplaats verlaten. Volgens Wolvers ziet het ernaar uit dat de hele vereniging moeten worden opgedoekt.
Al jaren geleden kreeg de Koudekerkse postduivenverenigin’ te horen dat ze een andere locatie moest zoeken dan hun huidige houten gebouwtje. Daarom ging de duivenclub vol goede moed op zoek naar een nieuw plekje. De carpoolplaats bij de Gemeneweg, een stekje bij de tennisbaan, het voetbalveld en zelfs een privé-terrein: ze passeerden allemaal de revue, maar nergens konden de duivenmelkers terecht.
De laatste optie is nu een onderkomen in het gebouwtje bij de ijsclub in het dorp, maar Wolvers vreest dat ook dat een wassen neus zal blijken.
Het geleur heeft zijn weerslag op de vereniging. Een stuk of vijf oudere leden hebben al verteld dat ze ermee willen kappen. Met een klein ledenaantal van rond de twintig mensen is dat een flinke aderlating.
Wolvers vindt dat de gemeente te weinig doet om de duivenmelkers aan een nieuw onderkomen te helpen. Vogens hem wordt de club aan het lijntje gehouden. Er is duizend euro aangeboden om de spullen op te slaan. ‘Als je maar weg bent,’ lijken ze te denken.
Dit artikel is overgenomen uit AD Groene Hart. Onze redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud.