Geen zorgen over kosten lightrail

Regio, 15 september 2006

De provincie Zuid-Holland maakt zich nog geen zorgen over de meerkosten van de RijnGouweLijn. Gedeputeerde Staten (GS) stellen tenminste voor nog geen spaargeld aan te spreken om een kostenverhoging van anderhalf miljoen euro op te vangen. In het verleden is nogal wat ophef geweest over het prijskaartje van de RGL.

De jongste prijsstijging is te klein om daar nu al bezorgd over te zijn, blijkt uit het voorstel van GS. De provincie heeft de vorige rekensom van februari aangepast. Toen kostte de sneltramlijn 287,5 miljoen, nu komt de lijn op 291,5 miljoen. Het aandeel van Zuid-Holland stijgt hierdoor met 1,5 miljoen. Pas als een definitief ontwerp klaar is, zijn de meerkosten beter in te schatten, aldus GS. De prijsstijging zit ondermeer in de inrichting van de werkplaats bij Zoeterwoude, de combibrug bij Leiden en de halte Goudse Poort in Gouda.

Wat in de toekomst nog wel een belangrijk discussiepunt wordt, is de fundering van het deel tussen Alphen en de Elfenbaan, de natuurstrook bij Hazerswoude en Zoeterwoude. Een optie is hier een speciale fundering te leggen, een zogeheten zettingsvrije plaat, waardoor het spoor niet kan verzakken. Zo’n voorziening levert een kwalitatief beter spoor op. Keerzijde van de medaille is dat deze plaat 25 miljoen kost.

Dit artikel is overgenomen uit AD Groene Hart. Onze redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud.