Rijnwoude, 26 mei 2005
Niemand vindt het leuk het duikteam van Koudekerk op te heffen. Maar met het regionale onderzoek dat er nu ligt, zit er niets anders op. Dat zegt commandant Ruczynski van de Rijnwoudse brandweer. Tegen de dreigende opheffing is fel protest gekomen van het Koudekerkse team.
B en W zouden dinsdag een beslissing nemen, maar zij zijn er nog niet uit. Pas volgende week is commentaar te verwachten, laat burgemeester Hommes via een woordvoerster weten.
Het onderzoeksbureau Save heeft in de hele regio gekeken of overal tijdig de juiste brandweerzorg kan worden geboden. Uit die studie kwam ondermeer dat de Koudekerkse duikploeg zogezegd teveel van het goede was. Rijnwoude zou vanuit Alphen en Leiden kunnen worden bediend, mede omdat in de afgelopen jaren nauwelijks spoedeisende incidenten zijn geweest.
Ruczynski kwam in een lastig parket omdat hij als ambtenaar voor de brandweerzorg in Rijnwoude een advies aan B en W moest maken. Dat advies was: Volg het Save-rapport, oftewel hef de duikploeg op. Als aanvoerder van de brandweer echter moest hij voor zijn medewerkers opkomen. Hij vindt dat een heel vervelende situatie.
Volgens de commandant zitten er inderdaad twee kanten aan het verhaal. En soms moeten impopulaire beslissingen worden genomen. Want dit gaat natuurlijk niet van harte. Adviseren het duikteam op te heffen, doet hij met pijn in het hart. De beslissing is hem vanuit het duikteam natuurlijk niet in dank afgenomen. De een reageert rationaal en kan er wel begrip voor opbrengen. Bij de ander komen de emoties wat meer naar voren volgens Ryczynski.
Ook zelf vindt hij het nogal wat om een goed funcionerend duikteam op te heffen dat inmiddels al zo'n 30 jaar bestaat. Het materiaal is op orde en de personele sterkte ook. Wat alleen ontbrak, was een duikleider. Ruczynski bevestigt dat met het Save-rapport op tafel weinig meer te doen was.
De brandweercommandant heeft de nodige emoties vanuit Koudekerk over zich heen gehad. Hij vindt het heel pijnlijk voor de post zelf. Niemand is er blij mee. En hij zit er een beetje als een zwartepiet tussen. Maar hij kruipt daar niet voor weg.
Bron: Rijn en Gouwe